De Gids voor Goede Officinale Farmaceutische Praktijken (GGOFP, opgenomen in het KB 21/01/2009) bepaalt het principe van de wachtdienst als volgt: “De farmaceutische wachtdienst garandeert dat de bevolking permanent toegang heeft tot verzorging door een regelmatige en normale verstrekking van producten en diensten”. Wettelijk gezien is de wachtdienst maar weinig geregeld. De verplichting van de wachtdienst was al opgenomen in het KB van 1885 en werd verder uitgewerkt in het nieuwe KB van 21 januari 2009 houdende onderrichtingen voor de apothekers. Artikel 9 van het KB nr. 78 van 10 november 1967 houdende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen bepaalt dat het initiatief van de wachtdienstwerking wordt overgelaten aan de Provinciale Geneeskundige Commissie. Ook het aanrekenen van het wachthonorarium is wettelijk bepaald. Daarnaast wordt de wachtdienst vooral geregeld door de Code van Farmaceutische Plichtenleer (Deontologische Code) van de Orde der Apothekers. In ieder geval vormen lokaal overleg en communicatie een belangrijke sleutel tot succes.
Deelname aan de wachtdienst
Organisatie van de wachtdienst
Respecteren van de wachtdienstregeling
Wie moet aan de wachtdienst deelnemen?
Het KB van 21 januari 2009 houdende onderrichtingen voor de apothekers vereist dat elke apotheek aan de wachtrol deelneemt.
Alle apotheker-titularissen van hetzelfde gebied moeten deel uitmaken van de wachtbeurtlijst. Het KB van 21 januari 2009 maakt het wel mogelijk dat een apotheker-titularis die taak delegeert aan zijn adjunct-apotheker of een apotheker-vervanger. Die delegatie is ook voorzien in de Deontologische Code. Volgens artikel 13 moet de apotheker “collegiaal” deelnemen aan de wachtdienst. Artikel 24 van deze code bepaalt dat, wanneer één of meerdere adjunct-apothekers in dienst zijn, titularis en adjunct(en) solidair instaan voor de wachtdienst. De apotheker-titularis en de adjunct-apotheker stellen dus best een overeenkomst op voor de organisatie van de wachtdienst binnen de officina.
Kan de apotheker-titularis zijn wachtdienst niet doorgeven aan een adjunct-apotheker of een apotheker-vervanger, dan moet hij zijn taak delegeren aan een andere apotheker-titularis op de wachtrol van dezelfde regio. Hiervoor moet hij natuurlijk het akkoord hebben van de titularis aan wie hij delegeert.
Kan een apotheker door een wachtrolvereniging uitgesloten worden van de wachtrol?
Een wachtrolvereniging kan niet weigeren dat bepaalde apothekers deel uitmaken van de wachtrol. Artikel 9 van het KB nr. 78 van 10 november 1967 houdende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen bepaalt immers dat geen enkele apotheker, die voldoet aan de vereiste voorwaarden, kan worden uitgesloten van de wachtdiensten, op voorwaarde dat hij/zij het huishoudelijk reglement onderschrijft en zich houdt aan de deontologische regels.
Kan een apotheker vrijgesteld worden van de wachtdienst?
Geen enkele apotheker mag zich onder om het even welk voorwendsel aan de door de dienstlijsten opgelegde verplichtingen onttrekken (eerste deontologische regel betreffende de verplichting van de wachtdienst).
Vrijstellingen om medische redenen zijn en blijven uitzonderlijk. Ook de leeftijd van een apotheker is geen geldige reden voor een afwijking. De apotheker kan zich echter wel laten bijstaan door een adjunct-apotheker of zich laten vervangen door een vervanger.
In praktijk blijkt dat een goede communicatie wel tot een oplossing kan leiden. Indien de wachtdienstvereniging unaniem akkoord is dat een apotheek niet meedoet aan de wachtdienst, kan die best een formeel document van vrijstelling opmaken. Dat document dient overgemaakt te worden aan de Provinciaal Geneeskundige Commissie.
ORGANISATIE VAN DE WACHTDIENST
Uren van de wachtdienst
In het KB van 21 januari 2009 houdende onderrichtingen voor de apothekers wordt vastgelegd dat de wachtdienst minstens iedere dag plaatsvindt van 19u 's avonds tot 8u 's morgens, alsook op zon– en feestdagen.
Verder bepaalt datzelfde KB dat de apotheker-titularis die de apotheek toegankelijk houdt gedurende een wachtdienst terwijl hijzelf niet van wacht is, de apotheek gedurende heel deze wachtdienst toegankelijk moet houden (zonder een wachthonorarium te mogen aanrekenen).
Initiatief
Artikel 9 van het KB nr. 78 van 10 november 1967 bepaalt dat het initiatief tot het instellen van de wachtdienst bij “de representatieve beroepsverenigingen (…) of de te dien einde opgerichte groeperingen” ligt. Die delen de wachtlijst, de eventuele wijzigingen en het huishoudelijk reglement mee aan de Provinciale Geneeskundige Commissie. In praktijk zijn het de lokale wachtkringen en de respectievelijke wachtdienstcoördinatoren die het initiatief tot de wachtdienst nemen.
Wachtdienstregeling in Limburg
Er zijn momenteel meer dan 20 wachtdienstregio's in Limburg, die geografisch zijn verspreid.
Wie op de hoogte brengen van de wachtdienstregeling?
KLAV, wachtdienstcoördinator, politie, gemeentebestuur, huisarts van wacht en huisartsenkring, hulpcentrum 100, Provinciaal Geneeskundige Commisie, groothandel, kranten, andere schriftelijke communicatiekanalen.
Kenbaar maken van de wachtdienstregeling
Volgens de Gids voor Goede Officinale Farmaceutische Praktijken (opgenomen in het KB van 21/01/2009) dient de apotheker ervoor te zorgen dat de bevolking de nodige informatie krijgt over de organisatie van de wachtdienst in de eigen regio en eventueel ook van de aangrenzende regio’s. Ook de Deontologische Code legt vast dat de apotheker de wachtdienstregeling duidelijk aan het publiek kenbaar moet maken.
Het KB 2009 bepaalt dan ook dat de openings– en sluitingsuren van de apotheek en de informatie betreffende de wachtdienst meegedeeld moeten worden en vanaf de buitenkant van de apotheek zichtbaar moeten zijn.
RESPECTEREN VAN DE WACHTDIENSTREGELING
Bevoegde instanties om eventuele problemen met de wachtbeurt te regelen
Er zijn vijf instanties die in het kader van de wachtdienst een rol kunnen spelen. Elk van hen heeft een welbepaalde functie.
Volgens het KB nr. 78 van 10 november 1967 moeten de representatieve beroepsverenigingen of de te dien einde opgerichte groeperingen de wachtdiensten instellen. Zij zouden niet alleen de wachtrol bij de bevoegde Geneeskundige Commissie bekend moeten maken, maar ook elke wijziging die zou doorgevoerd worden. In de praktijk zijn het de lokale wachtkringen die deze taken waarnemen.
In de Deontologische Code van de Orde der Apothekers worden de regels rond de wachtbeurten vastgelegd. De Orde controleert dan ook of die regels nageleefd worden; zij is bevoegd om tuchtmaatregelen te treffen indien zij hierop inbreuken vaststelt.
In het KB nr. 78 van 10 november 1967 (artikel 9) staat uitdrukkelijk dat het de Geneeskundige Commissie is die de werking van de wachtdiensten controleert. Daarom moet een klacht betreffende de wachtdienst eerst aan de Commissie worden gericht. Die kan indien nodig een beroep doen op de medewerking van de belanghebbende organisaties of beoefenaars om de wachtdienst in te richten of aan te vullen.
Wanneer die samenwerking mislukt, dan onderneemt de farmaceutisch inspecteur de nodige stappen om de wachtdienst in te richten of aan te vullen, in functie van de eventuele behoeften bepaald door de geneeskundige commissie. Die zal dan worden voorgezeten door de gouverneur van de provincie die de werking van die wachtdiensten controleert.
Mogelijke sancties wanneer de wachtdienstregeling niet wordt gerespecteerd
Artikel 9 van het KB nr. 78 van 10 november 1967 bepaalt dat een apotheker die niet aan de vereiste voorwaarden voldoet, uitgesloten kan worden van de wachtdienst.
Wanneer een apotheker zijn verplichtingen in de wachtdienstwerking niet nakomt, hij hiervoor noch een dringendere beroepstaak noch een ernstige reden kan inroepen, of als hij zich niet heeft laten vervangen door een andere apotheker, voorziet artikel 38 van het KB nr. 78 een gevangenisstraf van 8 dagen tot 6 maanden en een geldboete.
Verantwoordelijkheid van de apotheker-titularis
De apotheker-titularis is verantwoordelijk in de apotheek zowel in het kader van de volksgezondheid en sociale zaken, als in het kader van de deontologie en het goede beheer van de officina. Het goede verloop van de wachtdienst is dus één van zijn verantwoordelijkheden.
Wanneer de apotheker die werd aangeduid om de wacht te vervullen zijn taak niet vervult, is de apotheker-titularis van de apotheek die op de wachtrol staat, verantwoordelijk.
Wanneer de apotheker-titularis echter kan bewijzen dat hij alle nodige maatregelen trof om de wacht in goede omstandigheden te laten verlopen, en de fout niet bij hem ligt, maar wel bij de persoon die hem vervangt, zal die vervanger verantwoordelijk worden gehouden.